De 60 Nederlandse Bosreservaten
De 60 bosreservaten van het Programma Bosreservaten liggen verspreid in alle provincies met uitzondering van Zeeland. Gelderland, de provincie met het grootste areaal bos, heeft de meeste reservaten (12). Vrijwel alle reservaten liggen in grotere bos- en natuurgebieden. Uitzonderingen hierop zijn o.a. het Pilotenbos (Noord-Holland) en bosreservaat Ossenbos (Gelderland).
Oppervlakten
Het totale oppervlak van de 60 bosreservaten is 2907.6 ha. Hiervan ligt 28% in Gelderland; in Zuid-Holland ligt 16%, vooral dankzij het reservaat Slikken van Flakkee (323 ha). Het kleinste bosreservaat is Bekendelle (4.3 ha), het grootste Imboschberg (371.4 ha). Beide liggen in de provincie Gelderland.
Beheer
Alle reservaten van het Programma Bosreservaten hebben met elkaar gemeen dat er geen beheer meer plaatsvindt. In de meeste reservaten is beheer pas gestaakt na aanwijzing. Voor aanwijzing was het beheer gericht op uitkap of kaalkap. Enkele reservaten kennen een lange periode van spontane ontwikkeling zoals Mattemburgh (Noord-Brabant), Pijpebrandje (Gelderland) en Kijfhoek (Zuid-Holland).
Onderzoek
In elk reservaat wordt de bosontwikkeling gevolgd. In het veld worden gegevens verzameld over de groei en sterfte van de bomen, over de ondergroei en de humuslaag. De gegevens worden in een gegevensbestand opgeslagen. De oudste gegevens uit de database stammen uit 1980.
Bosreservaten per provincie
Friesland
Groningen
Drenthe
Overijssel
Gelderland
Flevoland
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Noord-Brabant
Limburg
Bunderbos
Provincie | Limburg |
---|---|
Ligging | Elsloo |
Coördinaten | 180.8-327.5 |
Hoogte tov NAP | 45 tot 105 m |
Oppervlakte | 50.5 ha |
Eigenaar/beheerder | Staatsbosbeheer |
Bijzondere status | A-locatie/Natura2000 |
Jaar van aanwijzing | 1998 |
Delen beheerd tot | 1950, inleidend beheer 1999 |
FGR | Heuvelland |
Fysiotoop | bronnen en kwelrijke bovenlopen, plateauresten en -randen |
PNV | Essen-Bronboscomplex |
Het Bunderbos ligt in de gemeente Meersen in Limburg. Het bosreservaat bestaat uit verschillende delen, waarvan het Lagebos en het Hogebos de belangrijkste zijn.
Het Lagebos bestaat uit een complex van helling- en bronbosgemeenschappen. Rond 1930 is het aangelegd met populier, esdoorn, es, zwarte els en gladde iep. Hazelaar en zoete kers vormen een tweede boomlaag. Veel populieren, elzen en essen zijn inmiddels omgewaaid. In het voorjaar toont het bos een overdaad aan bloeiende bosanemonen, slanke sleutelbloemen, vingerhelmbloem, daslook en eenbes. Plaatselijk is goudveil aanwezig.
Het Hogebos heeft een open middenboskarakter met overstaanders van es en een hakhoutlaag met hazelaar, gladde iep en zoete kers. In de kruidlaag komen bosanemoon, bosbingelkruid, gele anemoon, bosviooltje en eenbloemig parelgras voor. In de oostkant van het Hogebos komt een elzenbroekbos voor en bronbos met goudveil.
De verschillende afzettingen, drassige bronplekken en de kalkrijke stroompjes vormen een grote verscheidenheid aan fysiotopen, die weerspiegeld wordt in een karakteristieke humusontwikkeling en de soortenrijkdom in de kruidlaag.
Sinds het Bunderbos in 1952 in eigendom van het Staatsbosbeheer is gekomen, is er geen beheer meer uitgevoerd, met uitzondering van inleidend beheer bij aanwijzing tot bosreservaat.
Herkenbosser Heide
Provincie | Limburg |
---|---|
Ligging | Herkenbosch |
Coördinaten | 206.9-354.8 |
Hoogte tov NAP | 60 tot 75 m |
Oppervlakte | 70.8 ha |
Eigenaar/beheerder | Staatsbosbeheer |
Bijzondere status | A-locatie/Natura2000 |
Jaar van aanwijzing | 1999 |
Delen beheerd tot | 1930/1955, inleidend beheer in 1999 |
FGR | Hogere Zandgronden |
Fysiotoop | Lemig dekzand, dekzand op leem |
PNV | Vochtig Wintereiken-Beukenbos |
Het bosreservaat maakt deel uit van het Nationaal Park De Meinweg, een uitgestrekt natuurgebied met heide, bos, vennen en hoogveen. Ten noorden van de weg Meinweg die het Nationaal Park doorkruist, ligt het reservaat bestaande uit de bosgebieden Herkenbosser Heide en Kombergen. Beide delen zijn omrasterd teneinde de schapen die op de heide grazen buiten te houden.
Herkenbosser Heide
De Herkenbosser Heide wordt geheel omsloten door heideterrein. Aan de noordkant stroomt de Boschbeek. In de bosrand zijn de vennen ‘t Vossenkop en het Elfenmeer aanwezig. Oorspronkelijk had dit deel een vochtig karakter. In het verleden is het gebied door intensief gebruik gedegradeerd tot een heidelandschap met eikenhakhoutpercelen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de eikenstobbes niet meer afgezet. Na verwerving van de gronden door Staatsbosbeheer in 1955-1956 is het tot natuurreservaat benoemd. Sindsdien heeft weinig beheer plaatsgevonden. Het gebied geldt als rustgebied voor zwart wild.
Kombergen
Kombergen grenst aan open, vochtige heideterreinen en het beekdal van de Boschbeek. In noordoosten en oosten grenst het aan landbouwgrond en de voormalige staatsmijn Beatrix. Kombergen ligt tegen een helling, die variërend van 60 tot 75 m boven N.A.P. ligt. Het heeft een droog karakter. Het bos bestaat voornamelijk uit op spaartelgen gezet eikenhakhout dat voor het laatst is afgezet rond 1930. Kleine delen zijn ingeplant met fijnspar en grove den. Voor de aanwijzing tot bosreservaat heeft hier groepenkap plaatsgevonden.
Quin
Provincie | Limburg |
---|---|
Ligging | Bergen |
Coördinaten | 198.9-407.4 |
Hoogte tov NAP | 16 tot 27 m |
Oppervlakte | 29.6 ha |
Eigenaar/beheerder | Staatsbosbeheer |
Bijzondere status | Natura2000 |
Jaar van aanwijzing | 1987 |
Delen beheerd tot | 1987 |
FGR | Hogere zandgronden |
Fysiotoop | landduinen; leemarme droge dekzanden; lemig dekzand |
PNV | Droog Berken-Zomereikenbos |
Bosreservaat ‘t Quin in Noord-Limburg is een heidebebossing met grove den uit 1920. Het bosreservaat ligt midden in een groter boscomplex, afgewisseld met heidevelden.
De bodem bestaat uit mineralogisch arme grove en leemarme zanden (rivierstuifzanden).
In het begin van de jaren zestig woedde een bosbrand die grote delen van het huidige reservaat heeft verwoest. Deze delen zijn opnieuw ingezaaid met grove den en Corsicaanse den. Deze jonge bossen zijn monotoon qua structuur en samenstelling.
De gespaard gebleven oude grove-dennenopstanden zijn diverser: er is een goed ontwikkelde struiklaag met berk, zomereik en lijsterbes. De bodemvegetatie bestaat uit bochtige smele, pijpenstrootje, bramen en struikheide.
Enkele open grazige stukken completeren het bosreservaat.
Schone Grub
Provincie | Limburg |
---|---|
Ligging | Rijckholt/St. Geertruid |
Coördinaten | 180.5-312.0 |
Hoogte tov NAP | 80 tot 130 m |
Oppervlakte | 15.3 ha |
Eigenaar/beheerder | Staatsbosbeheer |
Bijzondere status | A-locatie/Natura2000 |
Jaar van aanwijzing | 1983 |
Delen beheerd tot | 1983 |
FGR | Heuvelland |
Fysiotoop | plateauranden en -resten met terrasafzettingen; droge kalkrijke hellingen; kalkarme loss- en groenzandhellingen; kloofvormige dalen |
PNV | Gierstgras-Beukenbos |
Schone Grub ligt in het Savelsbos, nabij Gronsveld in Zuid-Limburg. Het reservaat is ten hoogste enkele honderden meters breed en wordt gevormd door een grub, een kloofvormig erosiedal. Op de kleine oppervlakte van het reservaat zijn veel verschillende fysiotopen te vinden (kalkrijke, kalkarme, leemrijke, leemarme). De grote soortenrijkdom van dit reservaat kan hier deels uit worden verklaard. Het bos heeft een rijke structuur, met bijzondere soorten in de ondergroei (daslook, stijve stekelvaren). Sinds het Savelsbos in 1953 in eigendom kwam van Staatsbosbeheer is er geen beheer meer uitgevoerd.
Neolitische vuursteenmijnen liggen in de nabije omgeving van het bosreservaat. Deze zijn ook wel bekend als de 'Ateliers van Rijckholt'. Vuurstenen liggen massaal in de grub.