Pinkengriep (BRSV)
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) doet veel onderzoek naar de immunopathologie van het bovine respiratoir syncytieel virus (BRSV). De ziekte wordt aangeduid als 'pinkengriep'.
Wat is BRSV of pinkengriep?
Dit virus is een belangrijke ziekteverwekker bij runderen. BRSV veroorzaakt bij volwassen dieren een verkoudheidachtige aandoening. Bij kalveren infecteert het virus de achterste luchtwegen en veroorzaakt daardoor bronchiolitis of pneumonie. Het virus veroorzaakt jaarlijks uitbraken van deze ademhalingsziekte bij met name kalveren onder de zes maanden leeftijd.
Hoe verspreidt het virus zich?
Vrijwel alle runderen worden met BRSV geïnfecteerd voordat ze twee jaar oud zijn. Infecties en ook her-infecties komen vooral in de herfst en de winter voor. De rest van het jaar wordt er nauwelijks spreiding van het virus waargenomen en lijkt het virus zich in een 'rustende vorm' binnen de populatie te handhaven.
Wat zijn de verschijnselen?
Vooral jonge dieren kunnen ernstig ziek worden, waarbij koorts (lichaamstemperatuur boven de 39,5ºC), een versnelde ademhaling, bemoeilijkte ademhaling en buikademhaling vaak opvallen. De klinische verschijnselen beginnen gewoonlijk met hoesten en neusuitvloeiing. Wanneer ook de achterste luchtwegen betrokken worden bij de infectie, wordt expiratoir (bij de de uitademing) piepen, snelle ademhaling en tekenen van benauwdheid, zoals cyanose en een geforceerde ademhaling (aantrekken van de rib- en buikspieren bij de inademing) waargenomen. Klinische verschijnselen in geval van bronchiolitis en/of pneumonie zijn ernstig, met een grote kans op sterfte.
Hoe bestrijd je pinkengriep?
Om de ziekte te kunnen bestrijden en voorkomen, is nodig te begrijpen hoe het lichaam zich uiteindelijk beschermt tegen het virus. Daarom moet duidelijk zijn wat de gevolgen van de infectie zijn voor het lichaam en hoe het afweersysteem van het lichaam reageert. Na een natuurlijke infectie of na vaccinatie worden - als onderdeel van het specifieke afweersysteem - bijvoorbeeld virus-specifieke afweerstoffen aangemaakt. Een adequate immuunrespons maakt dat het dier beschermd is bij een eventuele (her)infectie, maar in sommige gevallen kan ook een niet-adequate immuunrespons opgewekt worden. Er zijn voldoende zaken bekend waarvan bijvoorbeeld geïnfecteerde gevaccineerde kalveren een vele malen ernstiger ziektebeeld lieten zien dan ongevaccineerde kalveren. WBVR doet uitgebreid onderzoek naar de rol van het afweersysteem in het verloop van de klinische infectie.
Hoe toont WBVR het virus aan?
Direct aantonen van virus in secreten uit de luchtwegen met behulp van een PCR is in principe de snelste methode voor de diagnostiek. Het virus kan ook geïsoleerd worden uit patiëntenmateriaal (neus/keel swabs, longspoelingen of longweefsel na sectie). Het patiëntenmateriaal wordt dan op voor het virus gevoelige cellen gebracht, waarop na enkele dagen tot een week een kenmerkend afwijkend effect kan worden waargenomen. Specifieke afweerstoffen opgewekt tegen het virus kunnen worden aangetoond met een ELISA of virus neutralisatie test (VNT).
Is er een vaccin beschikbaar?
Er zijn verschillende type vaccins beschikbaar: levend/verzwakte of geïnactiveerde virus vaccins, vaccins met één of meerdere componenten en eventuele combinaties (meerdere componenten, levend/verzwakt en geïnactiveerd), allemaal met vaccin-specifieke voor- en nadelen. Geen van de huidige vaccins lijkt te kunnen voorkomen dat een dier geïnfecteerd raakt. WBVR biedt een RSV-kalfmodel voor runderen dat kan worden gebruikt om de effectiviteit van nieuw ontwikkelde vaccins op veterinair gebied te evalueren.
Luchtweginfecties bij kinderen
Het pinkengriepvirus (BRSV) dat bij runderen voorkomt is genetisch nauw verwant aan het humane RS-virus. Dit virus is wereldwijd – na malaria – de grootste doodsoorzaak van kleine kinderen en de kan daarnaast ook ernstige gevolgen hebben in ouderen. Beide seizoensgebonden infecties delen veel aspecten qua pathogenese, klinische manifestatie (inclusief leeftijdsafhankelijkheid) en de geïnduceerde immuunrespons. Omdat het ontwikkelen van een effectief en veilig vaccin voor jonge kinderen met een nog onvolledig gerijpt afweersysteem een uitdaging blijft, hebben vaccinontwikkelaars de afgelopen jaren ook ingezet op het ontwikkelen van een zogenaamd “maternaal” vaccin. Dit is een vaccin wat gegeven kan worden aan vrouwen tijdens de zwangerschap. Hierdoor wordt de afweerreactie van de moeder tegen het RS-virus versterkt en worden er beschermende antistoffen via de baarmoeder doorgegeven aan de baby. Hierdoor is de baby tijdens de eerste maanden na de geboorte beter beschermd tegen het RS-virus. In 2023 zijn de eerste RSV vaccins beschikbaar gekomen voor het vaccineren van zwangere vrouwen en ouderen (boven de 60 jaar). Sinds 2022 is er ook een verbeterde antistoftherapie (RTL nieuws) beschikbaar waarmee baby’s passief geïmmuniseerd kunnen worden en waarmee ze met een eenmalige injectie voor ongeveer honderd dagen beschermd zijn tegen de ernstige gevolgen van een RSV infectie.
Veilige vaccins tegen RSV ontwikkelen
Ondanks de beschikbaarheid van het eerste vaccin voor zwangere vrouwen en de passieve immunisatiestrategie voor baby’s blijft het nodig en een uitdaging om een vaccin te ontwikkelen voor de actieve immunisatie van jonge kinderen dat in staat is om een gebalanceerde en langdurige immuniteit te genereren. Wageningen Bioveterinary Research kan helpen om veilige vaccins te ontwikkelen voor kinderen en kalfjes. Een representatief en translationeel diermodel is erg belangrijk om de veiligheid en werkzaamheid van een vaccin bij de mens te voorspellen. WBVR heeft een challenge model beschikbaar in jonge kalveren waarin een natuurlijke verloop van de BRSV-infectie bij runderen wordt gereproduceerd, inclusief duidelijke klinische respiratoire symptomen die sterk lijken op de ziekteverschijnselen bij zuigelingen. Het model biedt uitgebreide mogelijkheden voor het verzamelen van monsters en het analyseren van parameters waarmee het verloop en de ernst van de luchtweginfectie beoordeeld kan worden. Het is aangetoond dat ons model van grote toegevoegde waarde is bij de pre-klinische evaluatie van nieuwe interventiestrategieën.
Lees meer over ons kalfmodel
Klinische symptomen
Het begin van de ziekte wordt meestal gezien vanaf 5 dagen post-challenge (dpc), beginnend met tekenen van een infectie van de bovenste luchtwegen (URT), waaronder loopneus en neus, en hoesten. Na het verloop van tijd ontwikkelen zich symptomen van de onderste luchtwegen (LRT), gekenmerkt door een verhoogde ademhalingsfrequentie en/of moeizame ademhaling en vaak vergezeld van depressie, gebrek aan eetlust en koorts (meestal met een piek tussen 7 en 9 dpc).
Ziekteparameters in ons kalfmodel
Het kalfmodel van WBVR biedt unieke mogelijkheden om de ernst van luchtwegaandoeningen uitgebreid te beoordelen door dagelijkse metingen en klinische observaties, die onderscheidt maken in algemene ziekte, URT en LRT-ziekte.
- Algemene ziekte wordt beoordeeld door een ernstscore voor activiteit en eetlust en een meting van lichaamsgewicht en rectale temperatuur.
- Beoordeling van URT-ziekte omvat een ernstscore voor loopneus of ogen en hoesten.
- LRT-ziekte wordt beoordeeld aan de hand van een ernstscore voor ademhalingsinspanning, een telling van de ademhalingsfrequentie en meting van zuurstofverzadiging door pulsoximetrie.
Interventiemethoden evalueren
Alle ziekteparameters samen bieden een representatieve weergave van de klinische manifestatie. Deze kan worden gebruikt als een primaire uitlezing om veelbelovende interventiemethoden te evalueren op hun potentieel op het gebied van klinische werkzaamheid.
Interesse in ons infectiemodel?
Met het translationeel kalfmodel van WBVR kunnen nieuwe interventiestrategieën worden getest op veiligheid en werkzaamheid. Meer weten? Download onze folder en neem contact op met onze expert: