Populatie Gewone Zeehonden in de Nederlandse Waddenzee

Gedetailleerde aantallen en ruimtelijke verspreiding van gewone zeehonden in de Nederlandse Waddenzee.

De tellingen van gewone zeehonden op zandbanken in de Waddenzee worden jaarlijks internationaal tussen Nederland, Duitsland en Denemarken gecoördineerd en gerapporteerd. In 2023 daalde het aantal gewone zeehonden in de internationale Waddenzee met 4% tot een aantal van 22.621 dieren (Galatius A. et al. 2023). Dit is het derde jaar op rij dat er een daling werd waargenomen: in 2021 werd een daling van 5% gemeten en in 2022 een daling van 12% (Galatius et al. 2022; 2021). Na het sluiten van de jacht halverwege vorige eeuw werd er tot 2012 een continue groei in de populatie gemeten, welke twee keer door een virusepidemie in 1988 en 2002 werd onderbroken (Brasseur, 2018). Sinds 2012 is er een andere trend in het populatieverloop, waarbij de populatie nagenoeg stopte met groeien. Het uitblijven van groei in de periode 2012-2021 trad op, ondanks een jaarlijkse toename in het aantal pups van ongeveer 7.000 naar 10.903 pups in 2021. In 2022 daalde het aantal getelde pups met 22% en ondanks een lichte groei werden er in 2023 ongeveer evenveel pups geteld als in 2017 (Galatius et al., 2023).

Internationale tellingen

De veranderingen in de Nederlandse Waddenzee liggen in lijn met de trends in de Internationale Waddenzee, hoewel de daling hier pas in 2022 werd waargenomen. In de Nederlandse Waddenzee werden in augustus 2023 tijdens de verharing 7.211 gewone zeehonden geteld, de laagste telling sinds 2014. In 2021 en 2022 werden er respectievelijk 8.245 en 7.721 gewone zeehonden geteld. Om een beeld te schetsen van de verspreiding van de waargenomen aantallen zeehonden in de Nederlandse Waddenzee, is het gebied opgesplitst in 12 deelgebieden (Figuur 1, gebied 1 t/m 11 en gebied 13). Deze deelgebieden worden gescheiden door wantijen: ondiepe zones die tijdens laagwater moeilijk zijn over te steken. Hieronder worden per gebied de jaarlijkse gepubliceerde aantallen tijdens de verharing in augustus weergegeven vanaf 2003 (Figuur 2, data kunnen worden gedownload onder aan de pagina).

Figuur 1: Verdeling van de Nederlandse Waddenzee in de telgebieden.
Figuur 1: Verdeling van de Nederlandse Waddenzee in de telgebieden.
Figuur 2. Aantal getelde gewone zeehonden in de Nederlandse Waddenzee (grijze kolommen) en in de Nederlandse deelgebieden (gekleurde lijnen) vanaf 2003 tot 2023
Figuur 2. Aantal getelde gewone zeehonden in de Nederlandse Waddenzee (grijze kolommen) en in de Nederlandse deelgebieden (gekleurde lijnen) vanaf 2003 tot 2023

Reden van afname in getelde aantallen

Dankzij de jaarlijkse zeehondentellingen in de Internationale Waddenzee kan het verloop van deze unieke populatie worden gevolgd. Migratie, geboorte en sterfte zijn de factoren die de populatiegrootte en trends bepalen. Migratie naar andere gebieden lijkt niet aan de orde, aangezien in de omringende populaties geen groei wordt waargenomen (ICES, 2022). Op basis van de hoge aantallen pups lijkt ook de geboorte niet direct het probleem te zijn. Mogelijk is er een probleem met de overleving van met name de jonge dieren of wordt de telling beïnvloed door een verandering in het gedrag van de zeehonden, of wellicht een combinatie hiervan. Aanvullend onderzoek is echter nodig om deze hypothesen te toetsen en de waargenomen veranderingen te verklaren.

Dit onderzoek zou zich kunnen richten op:

  • Veranderingen detecteren in de habitat in beschikbare ruimte of voedsel. Deze zouden invloed kunnen hebben op de overleving van de jongen, maar ook het gedrag van zeehonden en daarmee ook de tellingen. Zo zou de timing, duur of frequentie van zeehonden op de zandbanken kunnen veranderen, waardoor een ander deel van de populatie zou worden geteld.
  • De mogelijke doodsoorzaken van zeehonden. Hiervoor zou een registratie van de dood gevonden zeehonden moeten worden opgezet en onderzoek gedaan moeten worden naar de doodsoorzaak. Mogelijk geeft dit een beeld van de algemene toestand van dieren (ziekten, ondervoeding etc.), maar ook van heersende doodsoorzaken (natuurlijke en menselijke factoren).

Telperiode

Het tellen van de gewone zeehondenpopulatie vindt tijdens twee periodes plaats: tijdens de geboorte (mei-juli) en wanneer de dieren verharen (augustus). Om een goed beeld te krijgen van het aantal geboren zeehonden en het moment van de geboortepiek wordt er drie keer in de geboorteperiode geteld. Tijdens deze vliegtuigtellingen wordt onderscheid gemaakt tussen de pups en de volwassen dieren. Uit de tellingen blijkt dat de geboortepiek in de afgelopen 30 jaar een maand naar voren is geschoven (Reijnders & Brasseur, 2010). Tijdens de verharingsperiode in augustus wordt twee keer geteld. Dan worden de jongen niet meer onderscheiden van de oudere dieren.

Synchronisatie met andere landen

In Europa is afgesproken dat de maximumtelling in augustus wordt gebruikt om de populatieontwikkelingen in de verschillende jaren met elkaar te vergelijken (Ecological Quality Objectives, OSPAR). Dit is vooral omdat in veel gebieden alleen de verharende gewone zeehonden worden geteld. Echter, de zeehonden in de Waddenzee genieten een speciale bescherming (Convention of Migratory Species) en met de andere Waddenlanden (Duitsland en Denemarken) zijn afspraken gemaakt nauwkeurig te tellen, ook in de pup-tijd. Zo worden de tellingen in de drie landen gesynchroniseerd en gestandaardiseerd. Uit de twee augustustellingen van de drie Waddenlanden wordt de meest betrouwbare en volledige telling gebruikt als index voor de populatiegrootte in de gehele Waddenzee. Met deze index wordt de populatieontwikkeling voor het gehele gebied van jaar op jaar gevolgd. De tellingen van de hele internationale Waddenzee-populatie worden online gepresenteerd op de site van het Common Wadden Sea Secretariat. De tellingen op deze website zijn de maximumtellingen van Nederland. Deze kunnen iets afwijken van de maximumtellingen van de gehele Waddenzee, omdat de piek in aantallen per regio iets in tijd kan variëren. De totaal getelde aantallen zeehonden in Nederland, inclusief die in het Deltagebied staan op de site van het Natuurcompendium van het Planbureau voor de leefomgeving. Meer details over telmethodes en resultaten kun je lezen in een rapport uitgebracht over de aantallen gewone en grijze zeehonden sinds 2002 (Cremer et al., 2017).

Download

Referenties

* GPS (global positioning system) is een wereldwijd satellietplaatsbepalingssysteem dat bijvoorbeeld ook door automobilisten gebruikt wordt

Telresultaten ten opzichte van de werkelijke populatiegrootte

Hoeveel zeehonden uit de populatie op de kant komen is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de getijdecyclus, tijd van de dag, seizoen, weer, verstoring, tijdsduur waarin de zandbanken droogvallen, voedselbeschikbaarheid en periode waarin geboortes, zogen en paartijd vallen. Er blijkt een duidelijke seizoensinvloed te zijn op het aantal dieren dat wordt geteld. Bij gewone zeehonden worden de hoogste aantallen op de zandbanken waargenomen in de maanden juni en augustus. In beide periodes worden verschillende segmenten uit de populatie geteld. Tijdens de geboorte- en zoogperiode zien we vooral de zwangere vrouwtjes en de moederdieren met hun jongen. In augustus, tijdens de verharingsperiode, worden juist weinig jongen gezien. Zij hoeven immers niet te verharen en zijn druk bezig te leren vis te vangen.