Publicaciones

Economische betekenis en perspectief van de Nederlandse veehandel

Hoste, R.; Bolhuis, J.; Wisman, J.H.

Resúmen

De bruto toegevoegde waarde van de veehandels- en veetransportsector in Nederland bedraagt 300 mln. euro, op basis van prijzen en kosten in 2011. De belangrijkste sectoren zijn de runder- en kalverhandel met 160 mln. euro en de varkenshandel met 125 mln. euro. De totale omzet van de veehandel- en veetransportsector bedraagt 4,8 mld. euro. De bruto toegevoegde waarde bedraagt 6,3% van de omzet van veehandel en -transport in Nederland. De structurele veranderingen in de veehouderij (minder dieren en minder bedrijven) hebben niet geleid tot minder omzet voor de veehandel, omdat dit gepaard ging met een sterk toenemende internationale handel. Circa een derde van de handelaren in herkauwers en iets meer dan de helft van de varkenshandelaren is fulltimer. Neveninkomsten zijn een belangrijke pijler voor veehandelaren. Daar komt bij dat een op de tien veehandelaren minstens 65 jaar is. Van de handelaren, die al weten of er een opvolger zou kunnen zijn, heeft 70% geen opvolger. Het gebrek aan opvolgers zal ertoe leiden dat het aantal zelfstandige veehandelaren sterk krimpt. Veehandelaren hebben een groot netwerk van leveranciers en afnemers en diverse afzetkanalen. Ze weten daardoor de dieren op de juiste plaats af te zetten. De toegevoegde waarde van de handel verschilt tussen diersoorten, type handelaar en type veehouders. Naarmate de dierstromen kleinschaliger en meer divers zijn (zoals bij kalveren en runderen) is het nut van de veehandel voor herverdeling en selectie van dieren groter. Zowel de toegevoegde waarde als het imago van de veehandelaar bij veehouders en bij de maatschappij moet verbeterd worden.