Publications

Monitoring mosselgroei Flakkeese spuisluis : Resultaten T2 bemonstering 2022

Wijsman, Jeroen; v.d Pool, Jesse

Summary

In de winter van 2016/2017 is de Flakkeese Spuisluis in de Grevelingendam weer in gebruik genomen. De spuisluis, bestaande uit een hevel, vormt een verbinding tussen het Grevelingenmeer en de Oosterschelde. Door de hevel kan als gevolg van het getij op de Oosterschelde water heen en weer worden getransporteerd tussen de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. De verwachting is dat door de toename in de waterbeweging de waterkwaliteit in het Grevelingenmeer zal verbeteren, met name nabij de bodem waar tijdens de zomerperiode regelmatig zuurstofloosheid optreedt. Om deze veranderingen te kunnen monitoren zijn mosselen uitgezet in mandjes op twee locaties op verschillende afstand van de sluis in het Grevelingenmeer (Gr 1 en Gr 2) en twee locaties op verschillende afstand van de sluis in de Oosterschelde (OS 1 en OS 2). Op alle locaties zijn de mosselen uitgezet op de bodem en hangend aan een boei, net onder het wateroppervlak. De groei en ontwikkeling van de mosselen kan worden gebruikt als een indicator voor de waterkwaliteit en - productiviteit. Doordat de mosselen gedurende een periode van zes maanden zijn uitgezet, zijn de groeimetingen de resultante van de waterkwaliteit over die hele periode. Ook zijn zowel in het Grevelingenmeer als in de Oosterschelde continue-metingen verricht voor zuurstofconcentratie (alleen bij de bodem) en temperatuur (nabij de bodem en het wateroppervlak). Dit rapport beschrijft de situatie in 2022 (T2 meting). In 2016 is de T0 meting (vóór ingebruikname) uitgevoerd. In 2017, het eerste jaar na de ingebruikname van de hevel, is de T1 meting uitgevoerd maar omdat de hevel in 2018 weer is gesloten voor de geplande aanleg van het Tidal Technology Center Grevelingendam is de vervolgmonitoring gestopt. In 2022 is de hevel weer operationeel waardoor de T2 meting kon worden uitgevoerd. De metingen zullen in 2023 worden voortgezet. De resultaten van deze T2 meting laten zien dat de waterkwaliteit nabij de bodem in het Grevelingenmeer is verbeterd ten opzichte van de T0 meting in 2016, maar de waterkwaliteit was minder dan in het jaar van de T1 meting (2017). In 2017 was er een goede overleving van de mosselen, ook op de bodem van het Grevelingenmeer. In 2022 zijn de mosselen op de bodem van locatie Gr 2 in de maand augustus doodgegaan, waarschijnlijk als gevolg van zuurstofloosheid. In de Oosterschelde is ook zuurstofloosheid bij de bodem aangetroffen, maar dit was van kortere duur waardoor de mosselen dit hebben overleeft. In 2022 was de gemiddelde overleving van de mosselen over 6 maanden 57%. Op de locatie Gr 2 bij de bodem zijn alle mosselen doodgegaan in de maand augustus waarin het water bij de bodem op deze locatie zuurstofloos is geweest. De mosselen die in 2022 vlak onder het wateroppervlak zijn uitgezet groeiden beter dan op de bodem. De mosselen in de waterkolom zijn in de 6 maanden ruim twee keer zo zwaar geworden (van gemiddeld 3 gram naar 6.2 gram per individu) en het vleespercentage is tussen de 30% en 40%. Dit is een indicatie dat er voldoende voedsel in het water zit, zowel aan de Oosterschelde- als de Grevelingenmeerzijde. Er is geen duidelijk verschil in groei van te mosselen in de waterkolom tussen de verschillende locaties. De beste groei van alle mosselen op de bodem is nog behaald op locatie OS 1, waar de mosselen aan het eind van het experiment gemiddeld 7.4 gram waren. Het vleespercentage op deze locatie was ongeveer 34.5%. De slechtste groei was op de bodem van locatie OS 1. De mosselen waren aan het eind van het experiment op deze locatie net iets meer dan 5.2 gram en het gemiddelde vleespercentage was slechts 21.3%. Tijdens de T2 meting in 2022 was de groei en overleving van de mosselen beter dan tijdens de T0 in 2016, maar minder dan tijdens de T1 in 2017. Dit kan te maken hebben met de kwaliteit van de mosselen die in 2022 zijn gebruikt, aangroei op de mandjes en de relatief hoge watertemperaturen, maar het kan ook te maken hebben met het feit dat de uitwisseling door de Flakkeese spuisluis in 2022 niet maximaal was. Zowel op de meetlocaties in het Grevelingenmeer als in de Oosterschelde is er zuurstofloosheid gemeten bij de bodem, wat op de locatie Gr 2 waarschijnlijk heeft geleidt tot sterfte van alle mosselen in de maand augustus. Net als in voorgaande jaren deden de mosselen op de bodem het beter dan bovenin de waterkolom. De monitoring zal in 2023 worden voortgezet en in de eindrapportage zullen de resultaten over alle jaren met elkaar worden vergleken.