Publications

Campylobacter-monitoring op een vleeskuikenbedrijf met HyCare- en reguliere stallen

van den Berg, Maarten; Verhoeven, Stefan; van Solt, Conny; Koene, Miriam

Summary

Campylobacteriose is de meest voorkomende bacteriële voedselinfectie in Nederland en pluimvee is daarbij een belangrijke bron van besmetting. Om het aantal voedselinfecties als gevolg van Campylobacter te verminderen is het voorkomen van besmettingen bij vleeskuikens de meest impactvolle manier. Internationaal is de consensus dat het zo goed mogelijk in stand houden van de biosecurity de belangrijkste (en vrijwel enige) manier is voor pluimveehouders om Campylobacter buiten de stal te houden. In eerder uitgevoerd onderzoek leek het toepassen van de HyCare-methode een positieve uitwerking te hebben op het behouden van een Campylobacter negatieve status bij koppels vleeskuikens, echter de resultaten waren gebaseerd op een beperkt aantal bemonsteringen. In 2023 is daarom vervolgonderzoek uitgevoerd op het vleeskuikenbedrijf van MS Schippers in Hapert naar het effect van het toepassen van de HyCare-methode op de Campylobacter status van een koppel vleeskuikens. Gedurende de periode maart-november zijn de vleeskuikenkoppels in drie van de vier op het bedrijf aanwezige stallen, waaronder de HyCare-stal, wekelijks bemonsterd om de Campylobacter status vast te stellen. Om meer inzicht te krijgen in eventuele aanwezigheid van bedrijfs/stalgebonden Campylobacter stammen (herintroductie vanuit de stal en/of directe omgeving), zijn de geïsoleerde Campylobacter stammen verder genetisch onderzocht d.m.v. whole genome sequensing (WGS) en Multilocus sequence typing (MLST). In totaal is de Campylobacter status van de koppels in stal 1 (HyCare-stal), 3 en 5 gedurende vier opeenvolgende rondes opgevolgd. De resultaten lieten geen verschil zien in het aantal Campylobacterbesmettingen tussen de stal volgens het HyCare principe en de twee overige (reguliere) stallen. Daarmee kunnen resultaten uit een eerdere monitoring op dit bedrijf niet worden bevestigd, waarin het aantal besmettingen in de HyCare-stal lager was in vergelijking met de niet-HyCarestal (één van de vier rondes respectievelijk vier van de vier rondes). Zowel uit de literatuur als uit eigen onderzoek (niet gepubliceerde resultaten) is bekend dat er in een koppel, regelmatig meerdere introducties met Campylobacter plaatsvinden en dat zelfs in individuele dieren meerdere stammen kunnen worden gevonden. De resultaten van de genotypering op dit bedrijf lieten zien dat geen sprake is geweest van meerdere introducties van verschillende Campylobacter stammen gedurende een ronde. Ook waren er geen aanwijzingen voor herintroductie van een specifieke Campylobacter stam in verschillende (opeenvolgende) rondes van een stal dan wel in een andere stal op het bedrijf. In de bemonsteringsronde waarbij alle drie de stallen Campylobacter positief waren kon worden vastgesteld dat in de twee naastgelegen stallen, waaronder de Hycare stal eenzelfde C. jejuni stam aanwezig was, terwijl in de derde stal een ander type werd gevonden. Het is mogelijk dat verspreiding naar de HyCare-stal via ventilatie is opgetreden. De constatering van deze studie dat zelfs op een bedrijf waar veel aandacht is voor biosecurity en waar gewerkt wordt volgens het HyCare-principe toch verschillende Campylobacter stammen worden gevonden bevestigt hoe gemakkelijk Campylobacter een pluimveestal binnen kan komen. Geconcludeerd kan worden dat het principe van de HyCare-methode niet geheel kan voorkomen dat Campylobacter een stal binnenkomt en dieren koloniseert. De resultaten van deze studie wijzen er wel op dat een bedrijf waar aandacht is voor biosecurity en waar gewerkt wordt volgens het HyCare-principe, het aantal Campylobacter introducties kan beperken.