Publications

Tijdreeksanalyse van de macrofauna op langjarige meetpunten in stromende wateren, sloten en kanalen

van der Lee, Gea; Verdonschot, Ralf; Verdonschot, Piet

Summary

Waterkwaliteitsverbeteringen lijken de afgelopen jaren te hebben geleid tot de terugkeer van verschillende voorheen in Nederland verdwenen macrofaunasoorten. Ook zijn er aanwijzingen dat de biodiversiteit is toegenomen. Om een beeld te krijgen van welke veranderingen zijn opgetreden in de Nederlandse macrofauna in de afgelopen decennia is lange-termijn- monitoringsdata van de macrofauna verzameld door de waterschappen geanalyseerd. Door op soortniveau locatie-specifieke trendanalyses uit te voeren is geprobeerd te duiden welke veranderingen er zijn opgetreden in de aquatische macrofauna gedurende de afgelopen decennia. Ook is er een relatie met het milieu en de kwaliteit daarvan gelegd op basis van de indicatieve waarden voor milieuomstandigheden van de aangetroffen macrofaunasoorten, waarbij de invloed van organische belasting, stroming, temperatuur en toxiciteit zijn geanalyseerd en vergeleken met de waarden die onder zeer goede ecologische omstandigheden worden gevonden. Hoewel er op veel plekken verspreid over het hele land macrofaunametingen verricht zijn, voldeden veel meetpunten niet aan de selectiecriteria voor een trendanalyse. Er waren in totaal slechts 75 meetpunten in langzaam stromende wateren, snel stromende wateren, sloten en kanalen waarvan voldoende gegevens beschikbaar waren voor de analyse. Het zwaartepunt van de metingen lag in de stromende wateren in de grensgebieden. Op het merendeel van de meetpunten (80-93%) is de soortenrijkdom tussen 1995 en 2020 toegenomen. De toename bedroeg gemiddeld 0.6-1.0 soort per jaar. Het betreft hier een gecorrigeerde toename, waarbij bijvoorbeeld soorten die in het verleden niet herkend konden worden, soorten die op basis van nieuwe taxonomische inzichten zijn gesplitst in meerdere soorten of die door de mens zijn geïntroduceerd niet zijn meegeteld. Na een periode van toename was in de stromende wateren in het laatste decennium een afvlakking zichtbaar. De ruimtelijke verdeling van de vastgestelde veranderingen over de meetpunten en watertypen vertoonde geen herkenbare patronen op een groot ruimtelijk schaalniveau (regionaal) en bleek sterk waterlichaam-specifiek. Dit geeft aan dat de lokale context sterk bepalend was voor het waargenomen patroon. De indicatieve waarde voor milieuomstandigheden van de macrofaunasoorten op de tijdreekslocaties liet een positief effect van een verbeterde waterkwaliteit - uitgedrukt als toename van de indicatie voor oligosaprobe omstandigheden, duidend op een lagere organische belasting - zien, met name in langzaam stromende wateren (79% van de locaties) en snel stromende wateren (93%). Een vergelijking met de situatie in wateren met een zeer goede ecologische kwaliteit liet wel zien dat er nog een aanzienlijke verbetering mogelijk is voordat dit niveau bereikt wordt. Voor de preferenties voor stroming, een lage gedempte watertemperatuur en weinig toxische belasting was het beeld minder rooskleurig; meer dan de helft van de locaties vertoonde een negatieve trend. Mogelijk duidt dit, in combinatie met de recente stagnatie van de biodiversiteitstoename op ofwel het bereiken van de maximale verbetering bij de huidige toestand (die nog niet op het gewenste niveau ligt) of op een recente toename van de stress door bijvoorbeeld de gevolgen van klimaatverandering of de invloed van toxische stoffen. Tot slot bleek het moeilijk om voldoende meetlocaties te vinden om tijdreeksanalyses uit te kunnen voeren door een gebrek aan consistente lange-termijn-data. Aanbevolen wordt daarom om op nationaal niveau een beperkt aantal locaties te selecteren in verschillende watertypen waar op gestandaardiseerde wijze wordt gemeten en waarvan het materiaal volgens vaste methodieken wordt geanalyseerd. Dit zijn de zogenoemde lange-termijn-ecologisch-monitoren (LTEM) meetpunten. Juist deze gegevens zijn nodig om veranderingen gericht te kunnen duiden.