Publications

NSO-typering 2010-2012 : typering van agrarische bedrijven in Nederland

van Everdingen, W.H.

Summary

Binnen de agrarische sector komen zeer uiteenlopende productiestructuren en bedrijfssystemen voor. Om de structurele kenmerken en de economische resultaten gemakkelijker te kunnen beschrijven en analyseren, is een eenduidige, homogene classificatie van landbouwbedrijven noodzakelijk. Deze classificatie, gebaseerd op economische normen, is in Europees verband in de jaren tachtig ontwikkeld en sindsdien enkele malen aangepast. De actuele documentatie van de Europese Commissie is opgenomen in het Typology Handbook (RI/CC 1500 rev.).1 Het onderhoud van de typering en de normen in Nederland wordt gecoördineerd door het Centrum voor Economische Informatievoorziening (CEI). Bij elk van de aanpassingen is door Nederland gekozen om een eigen variant te gebruiken waarin meer recht wordt gedaan aan specifiek Nederlandse agrarische producten, zoals zetmeelaardappelen, bloembollen en blank kalfsvlees. Tot en met 2009 werd voor de Nederlandse variant het brutostandaardsaldo (bss), de Nederlandse grootte-eenheid (nge) en de NEG-typering gebruikt. In 2010 zijn die criteria vervangen door de Standaardopbrengst (SO) en de Nederlandse standaardopbrengst (NSO)-typering. In 2014 is voor de Nederlandse variant een nieuw kengetal geïntroduceerd: de Standaard Verdiencapaciteit (SVC) van bedrijven. Dat kengetal is ontwikkeld vanwege verschillen in marge tussen de sectoren. Met de SVC is de bedrijfsgrootte van bedrijven over bedrijfstypen heen meer gerelateerd aan arbeidsinzet en resultaat dan bij de SO het geval is.