Nieuws

Minder droogteschade door onderzoek naar duurzame innovaties in Friese zandgebieden

article_published_on_label
30 april 2024

Nederland heeft de afgelopen jaren steeds vaker te maken gehad met hete en droge zomers, waarbij de grondwatervoorraad onder druk kwam te staan met gewasschade en verdroging van natuur tot gevolg. In de laatste zes jaar hebben tientallen Friese agrariërs samen met regionale stakeholders vooruitgang geboekt in het vasthouden van water. Dit leidt tot een hogere grondwaterstand in de zomer en minder droogteschade aan gewassen en natuur. Bij een meer grootschalige aanpak op gebiedsniveau wordt de grondwaterstand in de zomer zelfs structureel verhoogd.

Wageningen Livestock Research (WUR) en Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) onderzochten in de afgelopen drie jaar de effecten van water vasthouden op zandgebieden in het oosten van de provincie Friesland. In het onderzoek, dat werd uitgevoerd in samenwerking met Provincie Friesland, Wetterskip Fryslân, gebiedscollectieven Noardlike Fryske Walden en ELAN, Staatsbosbeheer en Antea Group, werden onder andere vijf praktijkproeven bestudeerd bij agrarische bedrijven in het gebied.

Praktijkproeven, onderzoeksfocus en -samenwerking

Tientallen agrariërs op het zandgebied van Friesland wachtten de klimaatverandering niet af. Zij staken in de afgelopen zes jaar samen met provincie en waterschap de handen uit de mouwen om op hun bedrijf meer water vast te houden. Meer water vasthouden komt zowel de natuur als de landbouw ten goede. De resultaten laten zien dat een gebied specifieke benadering het meest effectief is, waarbij rekening wordt gehouden met de lokale bodem- en watersystemen.

Specifieke aandacht is daarnaast noodzakelijk voor de venige bodems in beekdalen, die een andere aanpak vereisen vanwege de grotere kans op natschade. Combinaties van waterberging, beekherstel en natuurontwikkeling bieden hoopgevende kansen voor deze gebieden. Wetterskip Fryslân en Provincie Friesland hebben daarom een subsidieprogramma opgesteld om grondeigenaren aan te moedigen meer water te conserveren.

Wat is er onderzocht?

Aan de hand van modelberekeningen is onderzocht wat het effect is van watervasthoudende maatregelen op gebiedsniveau, op landbouw en natuur in het oostelijke zandgebied van Friesland. Daarnaast is aan de hand van praktijkproeven de effectiviteit van watervasthoudende maatregelen onderzocht op zeven agrarische bedrijven. De resultaten van de grondwaterstudie laten zien dat alleen het implementeren van maatregelen op grote schaal een substantieel verhogend effect had op de grondwaterstand.

Het toekomstbestendig maken van het zandgebied vraagt om een gebiedsgerichte aanpak, waarbij water wordt vastgehouden op de hogere flanken van het zandgebied. Wanneer bovenstrooms water wordt vastgehouden snijdt het mes aan twee kanten; het verlaagt de beregeningsbehoefte en er wordt minder water onttrokken. Verwacht wordt dat een grootschalige aanpak van water vasthouden loont, indien dit lokaal op basis van maatwerk wordt uitgevoerd. Voor water vasthouden zijn de laag gelegen delen de beperkende factor door de extra vernatting die hier optreedt.

In het verleden is het waterbeheer afgestemd op deze laagste delen. Voor de toekomst vraagt dit om andere keuzes, bijvoorbeeld door de bestemming te veranderen (‘Water en bodem sturend’) of door in deze gebieden vernatting te vergoeden, temeer hier kansen liggen voor het realiseren van diensten in de vorm van waterberging, beekherstel/natuurontwikkeling en verminderen uitstoot broeikasgassen (reductie veenafbraak). De sleutel voor water vasthouden in het zandgebied ligt bij de laaggelegen veen- en moerige gronden. Een robuust en toekomstgericht waterbeheer vraagt om keuzes met betrekking tot deze lage delen.