Nieuws
Wiskundigen simuleren ontstaan en evolutie soortenaantallen
Wageningse wetenschappers hebben met een wiskundige benadering de evolutie van soortenaantallen nagebootst. Daarmee toonden ze aan dat soortenrijkheid ecosystemen robuust maakt, zoals biologen al lange tijd vermoeden. De onderzoekers publiceerden hun resultaten in het wetenschappelijke tijdschrift Theoretical Ecology.
Loop eens door het bos, een parkje of gewoon door de achtertuin: tussen het gras groeien paardenbloemen, klavers, madeliefjes en boterbloemen. Bijen, hommels en vliegen zweven van bloem naar bloem, en ook torren, kevers, wormen en slakken zoeken hun weg door de begroeiing. Op onze aarde leven een kleine 9 miljoen soorten organismen. “Best bijzonder dat die allemaal naast elkaar bestaan”.
Juist door fluctuaties van soorten en aantallen, ontstaat er geen dominante soort.
Natuurlijke hulpbronnen
Hoe die soortenrijkheid tot stand gekomen is en steeds verandert, bestudeerden masterstudent Elena Bellavere en haar begeleiders met een wiskundige, computergebaseerde analyse. Ze startte de simulatie met een enkele soort, net als bij het eerste leven op aarde. Wat bleek? Vanuit die oersoort ontwikkelden al snel allerlei nieuwe soorten. Daarmee tonen de simulaties aan wat biologen al lang vermoeden: het is voor ecosystemen voordelig om diverse soorten te bevatten. “Als er een enkele soort continu superieur is, put hij al zijn natuurlijke hulpbronnen, zoals voedsel, uit”, zegt Joshua Dijksman, universitair hoofddocent Physical Chemistry and Soft Matter. “Juist door fluctuaties van soorten en aantallen, ontstaat er geen dominante soort.” Zo overleeft een ecosysteem.