Veevoeding op De Marke
Scherp voeren, laag ruw eiwit (RE) in rantsoen.
Laag RE in rantsoen
Lage stikstofgehalten in het rantsoen verminderen de ammoniakemissie uit de stal en de nitraatuitspoeling bij beweiding. Daarom is binnen de BEX verlagen van het ruw eiwit (RE) de sleutel voor het verminderen van de stikstofproductie in dierlijke mest.
De Marke streeft naar een RE in het totale rantsoen van tussen 14 en 14,5%. Belangrijk is dat het beschikbare eiwit in de juiste vorm aanwezig is: DVE, OEB en aminozuren. En dat de afbraak van eiwit en energie op pensniveau vlot en gelijkmatig verlopen. Uitgebreide voederwaardebepaling van de voercomponenten is hierbij noodzakelijk.
3,2 gr fosfor is voldoende
Melk produceren met een zo laag mogelijk fosfor excretie is een belangrijk streven voor het verkrijgen van meer productieruimte binnen de beschikbare fosfaatrechten. Het gemiddelde fosfor op Nederlandse melkveebedrijven is 3,8 gr per kg ds. De Marke streeft naar 3,2 gr. Snijmais in het rantsoen en krachtvoer met weinig fosfor zijn de factoren waar we aan werken.
Nitraat voor minder methaanemissie
Het rantsoen van de melkkoeien bevat standaard een portie nitraat. 1% nitraat (op drogestof basis) verminderd de methaanemissie met 10%. Om niet meer stikstof te voeren worden ander stikstofbronnen, zoals technisch ureum, soja of raap achterwege gelaten of sterk verminderd.
Berekenen voerefficiëntie
De voerefficiëntie geeft de geproduceerde kg meetmelk weer per kg ds opgenomen voer. Dit kan berekend worden voor de hele veestapel maar ook voor alleen de melkgevend dieren. De Marke streeft naar een voerefficiëntie van 1.4 tot 1.5 voor de melkkoeien. Goede kwaliteit voer, een uitgebalanceerd rantsoen en een goede melkproductie zijn hierbij belangrijk.