Longread

Waarom kersentelers zo’n hardnekkig probleem hebben met een fruitvliegje


De Tweede Kamer wil dat de Nederlandse kersentelers toch de beschikking krijgen over de bestrijdingsmiddelen Exirel en Tracer om de suzuki-fruitvlieg effectief te bestrijden. LNV-minister Adema, die deze middelen eerder niet langer toestond, gaat nu op zoek naar een oplossing voor de kersentelers.

WUR-onderzoeker Herman Helsen heeft ruim tien jaar onderzoek gedaan aan de suzuki-fruitvlieg, Drosophila suzukii. Hij gaat zich niet mengen in het politieke debat, maar zegt wel: ‘Kersentelers hebben een serieus probleem zonder deze middelen.’

De suzuki-fruitvlieg is een invasieve plaag. De fruitvlieg liftte in 2008 mee in vers fruit uit Azië naar Europa en de Verenigde Staten en komt sinds 2012 in Nederland voor. De vrouwtjes leggen hun eieren in zacht fruit zoals kersen, aardbeien, frambozen en bessen. Dat doen ze niet alleen bij de Nederlandse fruittelers, maar ook in zacht fruit in (volks)tuinen en de natuur. Het vochtige Nederlandse klimaat, met zijn zachte winters en milde zomers, is ideaal voor de suzuki, zegt Helsen.

Gave kersen

Biologie

Nadat de invasieve fruitvlieg in Nederland arriveerde, onderzocht Helsen samen met Wageningse en Groningse entomologen de biologie van het beestje. De grote kracht van de suzuki is dat het beestje in de winter en het vroege voorjaar heel lang zonder fruit kan. Als de kersen in het voorjaar gaan rijpen, duiken ze daar en masse op. Gedurende de rest van het jaar weten ze zich te vermeerderen op een lange lijst van waardplanten: vrijwel alle planten met zachte vruchten in de tuinbouw en de natuur. Daarom is Nederland inmiddels overspoeld met suzuki’s. ‘Ze zijn er altijd en overal’, vat Helsen samen.

Met deze kennis op zak gingen de onderzoekers op zoek naar bestrijdingsmethoden. Voor de biologische bestrijding onderzochten ze inheemse sluipwespen, maar die weten zich geen raad met de Aziatische fruitvlieg en vielen dus af.

Insectengaas

Ook testte Helsen fijnmazig insectengaas. Dit bleek een gigantisch succes: inmiddels gebruiken de meeste Nederlandse kersentelers gaas om de suzuki’s buiten de boomgaard te houden. Maar er zijn altijd een paar fruitvliegjes die toch binnenkomen. En die paar vliegjes zijn al genoeg voor grote schade, zegt Helsen. Biologische kersentelers die gaas zonder aanvullende middelen probeerden, hadden binnen een maand een plaag van fruitvliegjes in de kersenboomgaard en konden hun oogst weggooien.

Males of D suzukii have a spot on the tip of each wing photo H Helsen.jpg

Bait sprays

Daarom verbreedde het onderzoek zich naar de vraag: hoe kunnen telers met minimale hoeveelheden middelen de fruitvlieg zo effectief mogelijk bestrijden? Zo ging Helsen bait sprays testen; dat zijn bespuitingen met een lokaas. ‘Je neemt een mengsel van suikers en eiwitten dat de fruitvliegen graag eten en combineert dat met een actieve stof die de vliegen doodt. Dit kun je op de planten spuiten en dan kun je de vliegen met een heel lage dosering (5-10% van een standaard bespuiting) van zo’n insecticide bestrijden.’

Biologisch middel

En die insecticiden werden tot voor kort gebruikt door de kersentelers, maar zijn nu zonder de vrijstelling niet meer toegelaten. Het gaat om de middelen Exirel en Tracer. Tracer is een biologisch middel en regulier toegelaten voor onder meer de uienteelt voor de bestrijding van trips, maar is niet regulier toegelaten voor de kersenteelt. Dat hangt voor een deel op de toelatingsprocedure. ‘Zo’n procedure is lang en kostbaar voor de fabrikant. Vaak loont zo’n procedure niet voor kleine teelten met een beperkt areaal, zoals de kersenteelt’, licht Helsen toe.

Controles

Om de kersentelers tegemoet te komen, kondigde het ministerie van LNV de afgelopen jaren een vrijstelling af, waardoor de kersentelers deze middelen toch konden gebruiken in de zomermaanden, maar die vrijstelling is nu niet verleend. Het ministerie geeft aan dat controles van de NVWA aantoonden dat kersentelers de middelen niet volgens voorschrift hebben gebruikt. Helsen: ‘Om de middelen te mogen toepassen, worden vooraf strenge eisen gesteld aan de emissies van die middelen naar de omgeving van de boomgaard. Onderzoek van mijn WUR-collega’s heeft aangetoond dat telers met de juiste set van technieken en maatregelen aan deze eisen kunnen voldoen.’

Lange rijptijd

Waarom hebben specifiek kersentelers een probleem en andere fruittelers minder? Dat komt door de relatief lange rijptijd van kersen, antwoordt Helsen. De suzuki-vlieg legt eitjes in de kersen als ze gaan kleuren en die eitjes zijn uitgegroeid tot een pop voordat de kersen geoogst worden, waardoor er uit 1 legsel een volgende generatie van honderden nakomelingen de boomgaard onveilig maakt. Bij gewassen als frambozen en aardbeien is de rijptijd korter. Door in die teelten heel frequent te oogsten, hygiënisch te werken en alle rotte fruit snel af te voeren, kun je voorkomen dat de suzuki-populaties zich opbouwen. Maar ook in die gewassen, en bij de teelt van bramen en blauwe bessen, kunnen de problemen groot zijn, vooral later in de zomer.

Rotte kersen. Foto door Herman Helsen.
Rotte kersen. Foto door Herman Helsen.

Kleipreparaat

Welke biologische alternatieven zijn er voor de twee genoemde insecticiden? Op dit moment geen, zegt Helsen. Hij heeft tests gedaan met kleipreparaten – je spuit een dun laagje klei op de kersen die het fruit onaantrekkelijk maken voor de fruitvlieg. Maar zo’n laagje klei krijg je niet meer van de vruchten afgewassen, waardoor de kersen onaantrekkelijk worden voor de consument. Ook allerlei andere biologische middelen geven onvoldoende bescherming.

Steriele mannetjes

Kansrijker is de steriele-mannetjes-techniek: je kweekt grote hoeveelheden steriele mannetjes van de suzuki die de viriele mannetjes verdringen waardoor de eitjes niet bevrucht worden en de populatie slinkt. ‘Technisch zou dit kunnen werken, blijkt uit onderzoek in Engeland en Frankrijk. Maar het loopt nog vast op de grootschalige productie. De kersentelers zijn best bereid te betalen voor een effectieve techniek, maar je hebt heel veel beestjes nodig en het lukt nog niet om die efficiënt te produceren en steriliseren’

Natuurlijke vijanden

Wat ook helpt: introduceer natuurlijke vijanden van de suzuki uit Azië. ‘Er zijn een paar Aziatische sluipwespen die specifiek de suzuki-fruitvlieg opeten en die worden nu onderzocht in enkele Europese laboratoria’, zegt Helsen. Die sluipwespen zullen niet kunnen voorkomen dat er in fruitgewassen suzuki-fruitvlieg optreedt, maar ze leiden waarschijnlijk wel tot een lagere plaagdruk vanuit de omgeving.‘ De grote kwestie hier was: kun je ze veilig introduceren? Je wilt niet dat deze exotische sluipwesp ook een plaag wordt. Het ziet er nu naar uit dat enkele soorten sterk gespecialiseerd zijn op de suzuki-fruitvlieg. ‘Dat is heel positief in mijn ogen, want heel Nederland zit nu vol met suzuki-fruitvliegen en die hebben ook een enorme impact op de natuur. Vroeger kon ik nog wel eens gave bramen en vlierbessen plukken in de natuur, maar nu zijn ze vrijwel allemaal aangetast.’

Introductie van natuurlijke vijanden vereist samenwerking met de overheid en met bedrijven die dergelijke sluipwespen willen kweken. ‘Vervolgens zul je moeten onderzoeken of de sluipwespen zich kunnen handhaven en wat hun effect is. Dit is iets waar we perspectief en een duurzaam alternatief in zien en waar we komende jaren graag mee aan de slag willen.’